Loading...

NEN heeft de definitieve versie van NEN 2575-4 ‘Brandveiligheid van gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen – deel 4’ gepubliceerd. Dit deel is van toepassing op draadloze stilalarminstallaties voor hoogrisico-objecten, zoals celgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere zorginstellingen. Met deze stilalarminstallaties kan een geselecteerdegroep personen worden gewaarschuwd om de ontruiming in gang te zetten.

Een draadloze stilalarminstallatie vormt een essentieel onderdeel bij de ontruiming van gebouwen of gebouwdelen waar zich mensen bevinden die moeten worden geholpen bij het zich in veiligheid stellen tijdens brand. NEN 2575-4 stelt eisen aan deze draadloze stilalarminstallaties. De norm is uitsluitend van toepassing op autonome draadloze stilalarminstallaties waarvan de apparatuur en transmissiewegen niet met andere systemen wordt geïntegreerd.

Als lid van de werkgroep NEN 2575 én van de normcommissie ‘Brandmeldsystemen’ heeft Brandweer NL een actieve bijdrage aan de totstandkoming van deze norm geleverd. Door rechtstreeks deel te nemen in de NEN commissie heeft Brandweer Nederland geprobeerd de twee elementen bedrijfszekerheid en doelmatigheid te waarborgen. Dit is belangrijk, omdat in de nieuwe NEN 2575 deel 4 geen specifieke eisen voor installaties voorgeschreven worden, waardoor veel mogelijk is. Daardoor is in principe ook de koppeling met alarmoproepsystemen in de zorg mogelijk. Dit bleek een nadrukkelijke wens van die branche. Toch zijn deze mogelijkheden niet onbegrensd. Voor ons ligt het omslagpunt bij het koppelen van andere installaties of netwerken. Bijvoorbeeld het koppelen van de Dect-installatie over het bestaande netwerk van het gebouw is binnen dit deel van de NEN 2575 in beginsel niet mogelijk.

Op basis van gelijkwaardigheid kan en mag een aanvrager een voorstel neerleggen. Echter het beoordelen van netwerkoplossingen en de technische uitvoering is niet een primaire taak van de overheid (lees de Brandweer). Wij willen jullie dan ook via deze weg informeren dat bij gelijkwaardige oplossingen een verklaring van een inspectie-instelling aanwezig moet zijn als bijlage van het PVE. Deze inspectie-instelling dient geaccrediteerd te zijn voor het CCV inspectieschema Inspectie basisontwerp (VBB-BMI-OAI-RBI) op basis van afgeleide doelstellingen en een licentie te hebben van het CCV. Uit de conclusie van de inspectie-instelling dient te blijken dat de koppeling met andere netwerken de autonomie van de installatie niet negatief beïnvloedt en dat deze zal voldoen aan de afgeleide doelstelling.

Bron: NEN